Natuurkunde
Aangezien we zowel water als lucht modelleren, hebben we in dit geval een Multifysica model nodig. In deze simulatie willen wij echter twee dingen modelleren; wij willen de druppels in de lucht modelleren en wij willen de waterdruppels die van een voorwerp glijden modelleren (in dit geval een paraplu).
Om de druppels die van een paraplu glijden te modelleren willen we de Eulerian Volume of Fluid (VOF) meerfasen methode gebruiken. Om de druppels in de lucht met deze methode te modelleren zouden we echter een maaswijdte nodig hebben die maximaal zo groot is als onze kleinste druppel en bij voorkeur een beetje kleiner. Dit zou leiden tot enorme maaswijdten waardoor de berekening weken of zelfs maanden zou kunnen duren. Voor de druppels zelf zouden we dus bij voorkeur de Lagrangiaanse methode gebruiken. De Lagrangiaanse methode volgt de deeltjes zelf (die percelen worden genoemd) en lost de vergelijkingen voor elk perceel op. De grootte van het pakket is onafhankelijk van de maaswijdte; we kunnen dus een grove maaswijdte gebruiken en toch kleine pakketten toevoegen (zoals onze regendruppels met afmetingen tussen 0,6 mm en 5 mm).
We hebben nu de twee meerfasenmodellen gedefinieerd die we willen gebruiken, maar we willen ze graag in combinatie gebruiken: Lagrangiaans voor de druppels en Euleriaans VOF voor de regen op de paraplu. Gelukkig is het in Simcenter STAR CCM+ (2020.3) mogelijk om impingement te gebruiken, waarbij Lagrangiaanse deeltjes worden veranderd in VOF wanneer de Lagrangiaanse deeltjes een bepaalde grootte bereiken (zoals wanneer ze zich verspreiden op een oppervlak). Zodra de VOF waterfase dan het einde van de paraplu bereikt zullen de kleine druppeltjes die van de paraplu afkomen weer worden veranderd in Lagrangiaanse deeltjes om hun val naar de grond voort te zetten.
Door de twee methoden te combineren hoeven we alleen een kleine mesh te maken op onze paraplu, alle andere gebieden kunnen worden gemodelleerd met een grove mesh. Dit stelt ons in staat de simulatie veel sneller op te lossen.